Am 1. Mai endet der niederländische Beitrag zu der UN-Mission in Mali, der fünf Jahre lang gedauert hat. NRC Handelsblad zieht Bilanz, die zwar nicht ganz so dramatisch ausfällt wie nach dem letzten UN-Einsatz niederländischer Blauhelmsoldaten in Bosnien, als diese tatenlos zugesehen haben, wie serbische Truppen tausende Moslems deportierten. Von einer Umsetzung des Friedensabkommens von Ouagadougou ist das Land aber weiter denn je entfernt, wie nicht zuletzt das blutige Massaker nahe der Grenze zu Burkina Faso Ende März gezeigt hat. Typisch für die gesamte Mali-Mission sei es, so der Bericht, dass die Beteiligten stets den veränderten Fakten hinterhergelaufen seien. „Während wir die Terroristen im Visier hatten, brachen ethnische Konflikte aus … Der ‚gesellschaftliche Vertrag‘ zwischen den Nomaden im Norden und der Regierung funktioniert nicht, weil die Regierung keine Autorität hat. Dann ist Frieden auch schwer zu erreichen.“ Auch gegenüber den Folgen der Klimaveränderung sind die UN-Militärs machtlos: „Die Tatsache, dass Hirten jetzt so heftig mit Milizen kollidieren, wie beim Massaker im März, ist darauf zurückzuführen, dass sie durch die Dürre immer mehr in den Süden getrieben werden … Wir reden ständig über die Folgen der Klimaveränderung, als müssten die noch eintreten. In Wirklichkeit sind die längst da, siehe Mali.“

Die UN hatte die Mali-Mission im April 2013 beschlossen, die Niederlande waren das erste Land, das sich bereit erklärt hatte. Für die Teilnahme hatte die damalige Regierung vier Gründe geltend gemacht: Bekämpfung des internationalen Terrorismus, Beitrag zur Umsetzung des Ouagadougou-Abkommens zwischen der Regierung und den Touareg, Eindämmung der Migration und Versorgung der Niederlande mit Rohstoffen aus Westafrika.

Für die regierende VVD war das Hauptargument für den Mali-Einsatz: „Um Migration zu bekämpfen, muss man sich an dem Ort befinden, an dem sie beginnt.“ Auch in der Hinsicht war die Mission allerdings alles andere als erfolgreich: „Die Begrenzung der Migrationsströme ist nicht zum Tragen gekommen“, so der damalige außen- und verteidigungspoltische Sprecher der VVD im Rückblick.

Vijf jaar patrouilleren in de Sahel

[…] Veel media schetsen het beeld dat de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie in Mali nauwelijks iets heeft opgeleverd. Mali is onveiliger geworden en Nederland zou na vijf jaar niets achterlaten dat de situatie in het land op een positieve manier heeft veranderd. In twee boeken schetsen teleurgestelde militairen eveneens een somber beeld. […]

„Elke keer dat ik er kom gaat het slechter”, zegt terrorisme-expert Liesbeth van de Heide van de Universiteit Leiden, die Mali sinds 2016 elke twee maanden bezocht: „Het aantal aanslagen neemt toe, het aantal doden door geweld ook.” In maart vielen zeker 130 doden bij een aanval van een lokale militie op een dorp van herders, de bloedigste aanslag in lange tijd.

Woensdag, 1 mei, is de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie in Mali officieel ten einde, al zal het nog enkele maanden duren voor de laatste militairen zijn vertrokken. […]

In april 2013 besloot de VN tot een vredesmissie in Mali. In 2012 hadden Toeareg-rebellen de onafhankelijkheid van het noorden van Mali uitgeroepen. Die opstand was gekaapt door jihadistische groepen, die een IS-achtig bolwerk dreigden te vormen. Toen de jihadisten begin 2013 Bamako naderden, dreven Franse troepen hen in enkele weken ver terug. Voor stabilisering van het land was de hulp van de internationale gemeenschap nodig, oordeelde de VN, die Nederland polste voor deelname aan de vredesmissie ‘Multidimensial Integrated Stabilisation Mission in Mali (MINUSMA).

Nederland was het eerste westerse land dat ja zei. Dat was cruciaal, zegt Koen Davidse, drie jaar plaatsvervangend hoofd van de VN-missie in Mali. „Andere westerse landen zoals Zweden en Duitsland, durfden daardoor ook weer. Dat heeft de kwaliteit van de missie enorm vergroot.” […]

Nederland stemde niet meteen in; dat gebeurde pas in november 2013, bijna een half jaar na de VN-resolutie. […]

In de cruciale brief die het kabinet in november 2013 naar de Tweede Kamer stuurde over deelname aan de missie, stond niets over de VN-zetel. Die brief ging over de bestrijding van het internationale terrorisme, over het helpen uitvoeren van het vredesakkoord van Ouagadougou dat de regering van Mali met rebellengroepen had gesloten, over het indammen van migratiestromen. En over de voor Nederland belangrijke aanvoer van grondstoffen uit West-Afrika – het was voor het eerst dat economische belangen zo expliciet werden genoemd.

„Voor mij was de missie ook een kans om af te rekenen met de naweeën van Srebrenica”, vertelt Middendorp, die als hoogste militair advies gaf over wat militair haalbaar was in Mali. „Met die Srebrenica-ervaring hebben we ook allerlei eisen gesteld op militair vlak.” […]

Kennis van Sahel-regio

In Europa heeft alleen Frankrijk (en België een beetje) relevante kennis van de Sahel-regio, die als een strook aan de ondergrens van de Sahara het hele Afrikaanse continent van west naar oost bestrijkt. In dit gebied kan de gevoelstemperatuur oplopen tot zestig graden. „Die temperatuur en de regen zijn fnuikend voor auto’s en helikopters”, zegt kolonel Joost de Wolf. „We hadden veel last van het zand. De slijtage was groter dan normaal. Dat hebben we onderschat.”

De Sahel, met ook Libië en Algerije, is al jaren onrustig. Groepen strijden met elkaar om land, maar vooral om handels- en smokkelroutes. Nederlandse militairen kwamen dit tegen op patrouilles. „Door de woestijn liep een karavaan ezeltjes, beladen met cocaïne”, vertelt de anonieme militair. „Die moesten we laten gaan, optreden paste niet in het mandaat.” Hetzelfde gold voor de vrachtwagens vol mensen die militairen aantroffen.

De drugsroutes lopen ruwweg van west naar oost, met cocaïne die vanuit Zuid-Amerika via Noord-Afrika naar de Balkan gaat en uiteindelijk naar West-Europa. De mensensmokkel gaat in Mali van zuid naar noord en wordt voor Europa pas zichtbaar als de migranten de Middellandse Zee op varen. […]

Erger voorkomen

[…] Dat was typerend voor de Mali-missie: steeds liepen de deelnemers achter veranderende feiten aan. Terwijl het vizier gericht bleef op terrorisme, laaiden etnische conflicten op. Dat laat ook zien hoe diepgeworteld de problemen in Mali zijn, zegt onderzoeker Van der Heide: „Het ‘sociaal contract’ tussen de nomaden in het noorden en de regering werkt niet, omdat die regering geen gezag heeft. Dan is vrede ook lastig te bereiken.”

Dat herders nu zo hard botsen met milities, zoals bij de massamoord in maart, komt doordat droogte de herders steeds zuidelijker drijft. „We praten vaak over de gevolgen van de klimaatverandering alsof die nog moeten komen”, zegt Van der Heide. „In werkelijkheid zijn ze er al, zie Mali.”

Het voorkomen van totale ineenstorting is al heel wat in Mali. […]

NRC | 26.04.2019

 

Mali: Fünf Jahre auf Patrouille im Sahel